Nutteloos = Doelloos, Nodeloos, Onbruikbaar, Ondeugdelijk, Ondienstig, Ongeschikt, Onnodig, Onnut, Onpraktisch, Overbodig, Overtollig, Redundant; Doelloos, Ijdel, Mislukt, Tevergeefs, Vergeefs, Verloren, Voor niets, Vruchteloos
nut·te·loos (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord), zonder nut
Meer uitleg heeft dit voor mij niet nodig....
Kop op en op zoek naar een manier om "nutvol" te worden, maar dat woord bestaat niet eens!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten